Zichtbaar in het donker: wat zegt het gezond verstand, wat zegt de wet?
Wat zegt het gezond verstand?
Een slechte fietsverlichting is uit de top drie van ergernissen verdwenen blijkt uit de tweejaarlijkse enquête onder de Vlamingen (FietsDNA van Fietsberaad Vlaanderen). Onze fietsen zijn dus beter verlicht.
Reden? Kort door de bocht : de stijgende verkoop van de elektrische fiets, die meestal uitgerust zijn met een heel goede verlichting.
Bovendien is er ook de sterke groei van de goede naafdynamo in het wiel, waardoor op sommige fietsen de lichten zelfs altijd branden.Volgens de Federale Overheidsdienst Economie is een fietser met 50 tot 100 lumen voldoende zichtbaar, als er voldoende straatverlichting is. Maar volgens de Nederlandse Fietsersbond word je met een verlichting tot 100 lumen enkel gezien. Op slecht verlichte wegen adviseert de FOD Economie 100 tot 500 lumen, en die 500 lumen zijn een minimum als de wegen helemaal onverlicht zijn. Fietsfabrikanten adviseren op slecht verlichte wegen 400 tot 800 lumen, en bij hoge snelheid of op ‘geaccidenteerd terrein’ zelfs 800 lumen. (Het Nieuwsblad 5/11/2022)
Wat vooral belangrijk is naast een goede fietsverlichting is natuurlijk ook dat deze goed is afgesteld en niet verblind.
Fluo kan als extra, maar wanneer je goede en vooral goed afgestelde fietsverlichting en reflectoren hebt is dit in principe niet nodig en zeker niet verplicht.
We ontkennen natuurlijk niet dat helder gekleurde kleding en fluo de zichtbaarheid bevorderd, maar dit geldt dan niet enkel voor fietsers, ook steppers en voetgangers zorgen er beter voor ten alle tijden goed zichtbaar te zijn.
Hoe kwaliteitsvolle verlichting kiezen? (FOD.Economie)
De bestaande normen voor fietsverlichting bepalen niet wat de lichtsterkte van de verlichting moet zijn. Toch zijn er een aantal zaken waarop u kunt letten om een goed zichtbare verlichting te kopen.
Let op het aantal lumen van de verlichting
Het is belangrijk dat de verlichting voldoende licht geeft om veilig door het verkeer te bewegen. Om dat te beoordelen is het aantal lumen dat op de verpakking vermeld staat, belangrijk. Met lumen wordt de lichtsterkte uitgedrukt en dat geeft een indicatie van de hoeveelheid licht.
Hierbij kunt u nog een onderscheid maken of u vooral door de stad fietst (met veel straatverlichting) of vooral langs donkere wegen. Met verlichting van 50 à 100 lumen bent u zichtbaar in het verkeer wanneer er veel straatverlichting is. Verplaatst u zich vooral langs slecht verlichte wegen, kies dan voor 100 tot 500 lumen. Gebruik minimum 500 lumen langs onverlichte wegen.
Kies voor verlichting die ook werkt als u stilstaat
Als fietser staat u soms ook stil in het verkeer, bijvoorbeeld aan een kruispunt. Ook dan is het belangrijk zichtbaar te blijven. Kies daarom een verlichting die ook werkt als u stilstaat.
Sommige lichten, vooral oudere dynamoverlichting, werken niet goed wanneer de weg nat is. Het spreekt voor zich dat u die lichten best vervangt of extra lichten gebruikt wanneer het regent.
Zorg voor een goede batterij
Kiest u voor verlichting met een batterij, hou dan goed in het oog wanneer u ze moet opladen (of neem altijd reservebatterijen mee). U kunt ook kiezen voor lichten die oplaadbaar zijn via USB-kabel: die kunt u opladen aan uw computer thuis, op het werk of via een powerbank.
Voor voetgangers gelden deze verplichtingen niet (behalve als ze in groep wandelen), maar ook wie zich te voet in het verkeer begeeft wanneer het donker is, maakt zich best zo zichtbaar mogelijk.
kijk ook even naar de VRT reportage: Leerlingen leren hoe belangrijk zichtbaarheid in het verkeer is dankzij VR-bril
Dit zegt de wet
“Fietsers moeten tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter, vooraan en achteraan een niet verblindend vast licht of knipperlicht gebruiken. Vooraan moet het licht wit of geel zijn, achteraan rood. Het rode achterlicht moet ‘s nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn van op een afstand van 100 meter minimum.” (Art. 82, KB 1/12/1975)
Reflectoren zijn verplicht, maar vervangen het fietslicht niet. Verplicht zijn : witte reflector vooraan, rode reflector achteraan, in elke pedaal gele/oranje reflectoren, een witte reflecterende strook op de omtrek van je twee banden, aan beide kanten van de band, of twee zijdelingse oranje reflectoren per wiel
Uitzonderingen
De verplichting geldt niet voor elke fiets. Uitzonderingen zijn er voor fietsen met een wieldiameter van minder dan 50 cm (kinderfietsen, vouwfietsen), racefietsen en mountainbikes. op deze fietsen zijn de reflectoren niet verplicht op voorwaarde dat je er alleen overdag bij goede zichtbaarheid mee rijdt. Dus niet in de mist.
Hebben koersfietsen of mountainbikes spatborden, dan moeten ze wel een witte en rode reflector hebben. Dat geldt zelfs voor één spatbord, bijvoorbeeld het opzetspatbord achteraan op een mountainbike.
Sinds 1 oktober mogen rijwielen op de zijkanten – doorgaans in de wielen – ook veel meer lichtjes of reflectoren hebben op voorwaarde dat ze geel of oranje zijn. Spaakverlichting met veelkleurige LEDs blijft verboden.