Vijf vragen aan … de andere Kris Peeters
Jammer genoeg is er gisteren op de weg terug een jong kind, met fiets aan de hand, overleden.
Het wou de straat over steken via het zebrapad, maar werd door zijn kleine gestalte, niet door de vrachtwagenbestuurder opgemerkt, en overreden.
Drama, zowel voor familie, klasgenootjes, vrienden, maar zeker ook voor de bestuurder. Hij stopt aan het zebrapad, laat ouders en kinderen door, maar ziet de kleine Yamen van 6 jaar niet achterop komen en vertrekt. Hierdoor rijdt hij het kind dood.
Kunnen dit soort ongelukken vermeden worden? De vraag die Het Nieuwsblad aan Kris Peeters stelt.
“Dit ongeval kon vermeden worden.” Dat was de mening van verschillende verkeersexperts na het drama in Brugge. Maar hoe kunnen we, in de verkeersjungle Vlaanderen, de weg naar school veiliger maken? We vroegen het aan mobiliteitsexpert Kris Peeters.
Kunnen we vrachtwagens weren uit de buurt van scholen?
“Ja. Dat kan op twee manieren. In de ruimte, door aparte routes voor vrachtverkeer te creëren (wat nu al gebeurt in verschillende steden, nvdr.). En in tijd, door die zware trucks aan de schoolpoort te weren rond halfnegen en vier uur (wat Kortrijk al doet met werfverkeer, nvdr.). Ik begrijp dat zoiets voor vrachtverkeer niet praktisch is. Maar dat is een economische logica. De maatschappelijke logica is dat veiligheid van kinderen primeert. Beleidsmakers in Vlaanderen durfden zelden duidelijk voor dat laatste te kiezen. Daarom stel ik het scherp: dit was geen ongeval. Het is een gevolg van beleidskeuzes die we weigerden te maken. Al zijn er vandaag stilaan positieve signalen, met initiatieven zoals in Kortrijk.”
Maar de bevraging staan ook enkele andere opmerkelijke, en zeker ook interessante, zaken, die fietsers en jonge ouders aangaan.
Deze chauffeur had het kind niet gezien. Zijn kinderen zichtbaar genoeg in het verkeer?
“Neen. Onze wegen zijn gemaakt op maat van volwassenen, maar zijn niet childproof. Een voorbeeld: aan een zebrapad is een kind van 10 vaak onzichtbaar, omdat het niet boven de auto’s uitkomt. Leg daar twee parkeerplaatsen minder, en je ziet het kind wél. Hetzelfde geldt voor snelheden – een kind kan een snelle wagen moeilijk inschatten. En kruispunten die niet leesbaar genoeg zijn. Vergeet niet dat kinderen letterlijk een minder ruime blik hebben. Hun perifere zicht is beperkter, ze zien minder uit hun ooghoeken. Dat kan je hen niet kwalijk nemen.”
Is een jong kind wel in staat om naar school te fietsen?
“De wegcode stelt: tot 10 jaar mogen kinderen fietsen op de stoep. Tot die leeftijd begeleiden ouders dus ook best in het verkeer, al is de situatie afhankelijk van kind tot kind.”
“Het is wél een goed idee om je kind al snel te laten wennen aan druk verkeer. Veel kinderen worden tot hun twaalfde gevoerd met de auto, en dan moeten ze plots alleen met hun fiets die jungle in. Dat is een risicogroep, merken we in de statistieken. Het verkeer lezen is een lang proces. Jonge kinderen die jarenlang begeleid worden door hun ouders, leren dat het best.”
Maken we die fietshelm niet beter verplicht?
“Neen. Op individueel vlak is het een goed idee om een helm te dragen. Op maatschappelijk vlak niet. Want zo ontstaat een verkeerde cultuur: je legt de schuld bij de slachtoffers, terwijl ons verkeer gewoon veiliger moet. Bovendien blijkt uit Brits onderzoek dat automobilisten dan minder voorzichtig zijn. Bij een fietser mét helm rijden chauffeurs dichter op het achterwiel, en nemen ze meer risico in het voorbijsteken.”
Neemt een fietser beter een veilige omweg naar school?
“Niet per se. Het kan, als je je veiliger voelt. Maar de ogenschijnlijk drukke punten zijn niet altijd de gevaarlijkste. Waar vijf straten samenkomen, kijken chauffeurs meestal goed uit hun doppen. Op een rechte steenweg daarentegen zijn ze sneller afgeleid, en gebeuren veel zware ongevallen. De meeste ongevallen gebeuren trouwens ook op weg naar school, en niet aan de schoolpoort zelf.”
Het is ‘blaming the victim’. Fietshelmen tegen verkeersonveiligheid zijn als kuisheidsgordels tegen seksuele agressie.